Je vindt op de pagina een handleiding, voorbeelden en handige links om van start te gaan met Google Tag Manager.
Een kleine disclaimer: Let erop dat wij vanuit AFAS je graag helpen om van start te gaan, maar geen support of dienstverlening (kunnen) leveren op de verdere inrichting van Google Tag Manager. Ook is het belangrijk om je te verdiepen in de consequenties van jouw Google Tag Manager-implementatie op de privacy(ervaring) van je websitebezoekers.
Dit artikel is gemaakt in samenwerking met Digital Marketing Bureau Gladior.
De twee meestgebruikte tools die op een website geactiveerd staan zijn Google Tag Manager en Google Analytics. In dit artikel focussen wij ons op Google Tag Manager. Toch is het belangrijk om het verschil te weten tussen de twee. Er wordt ten onrechte nog wel eens vanuit gegaan dat je dingen meet in Google Tag Manager.
Google tag manager (GTM) is een online tool waarmee je, zonder hulp van een programmeur, HTML-code op je website kan plaatsen. Hiermee is het mogelijk om zelf makkelijk verschillende stukjes code te beheren en programma’s te implementeren op je website zonder al te veel kennis van programmeren.
Google Analytics (GA) is een online tool waar je data van je website kan verzamelen en waar de data gedetailleerd in verschillende rapportages wordt weergegeven. Het voordeel hiervan is dat je een duidelijker beeld krijgt van de bezoekers die op jouw website komen. Met meer inzicht in de bezoekers kan je relevanter worden en blijven voor je klanten. Zo optimaliseer je de beleving voor je klant - en de resultaten voor jouw organisatie!
Maak een account aan op tagmanager.google.com en maak een nieuw account aan voor je website. In je account van GTM kan je meerdere accounts van verschillende websites beheren.
Na het aanmaken van je account, is het mogelijk om je container in te stellen. De container is een verzameling van instellingen die je op je website activeert. Een account kan meerdere containers hebben. Handig als je meerdere websites beheert!
Wanneer je het hele proces doorlopen hebt krijg je een pop-up zoals hieronder:
Schrik niet van de code! Wij hebben dit makkelijk voor je gemaakt in Profit. Je hebt alleen jouw unieke Container ID nodig. Deze vind je altijd bovenin je venster terug, maar staat ook in de pop-up verwerkt. Doorloop vervolgens de volgende stappen:
Google Tag Manager werkt met tags, triggers en variabelen.
Een tag is een stukje code dat naar je website luistert en data meet. Met Google Tag Manager kun je deze code zelf plaatsen en alle tags makkelijk beheren. Vervolgens heb je een trigger nodig om een tag te activeren.
Met een trigger geef je aan wanneer een tag geactiveerd moet worden. Dit kan zijn als je de pagina opent, maar ook bij een specifieke gebeurtenis. Triggers variëren van een paginaweergave tot het openen van een pdf. Dus als je wilt meten hoeveel pdf’s worden gedownload, is de trigger bijvoorbeeld een .pdf-bestand of een klik op een link. Dat meet je alleen maar als het echt gebeurt.
Een trigger is zelf weer opgebouwd uit variabelen. Google biedt een standaardlijst variabelen, maar je kunt ze ook zelf maken. In het voorbeeld van de pdf zijn variabelen de naam van een bestand meesturen of een label meesturen.
Meer weten over variabelen? Je vindt hier een overzicht van alle ingebouwde variabelen. Wanneer je zelf een variabele aanmaakt kan je kiezen tussen verschillende variabeletypen. Een uitleg van de verschillende types kan je hier vinden.
Met Google Tag Manager hoef je maar een keer code op je website te plaatsen. Niet alle tags hoeven meteen geactiveerd worden en hebben triggers nodig om het meten van de tag te beginnen. Triggers activeren een tag. Een trigger kan van alles zijn, zoals een paginaweergave, een klik op een button of een formulier verzending. Welke trigger je aan welke tag wil koppelen ligt eraan wat je precies wil meten.
Wil je bijvoorbeeld bij alle vacatures een chatbot toevoegen? Dan activeer je een tag (het stukje code welke de chatbot aanroept) alleen op de pagina's waar /vacature in de URL staat (hiervoor maak je een trigger). Na publicatie van je container staat deze in één keer bij al je vacatures. Wel zo makkelijk!
Google Tag Manager biedt meer dan 50 standaard tags aan. Het is aan te raden deze tags te gebruiken, zodat je weet dat deze altijd veilig en up-to-date zijn.
Hotjar geeft je inzicht in het bezoekersgedrag door bijvoorbeeld heatmaps. Je hebt heatmaps die aangeven waar bezoekers veel op klikken en heatmaps hoever bezoekers scrollen door je website. Door deze inzichten kan je je website optimaliseren.
Het implementeren van Hotjar is heel gemakkelijk met GTM. Je maakt een nieuwe tag aan en kiest als tagtype ‘Hotjar Tracking Code’ en vult je Hotjar Site ID in. Deze is te vinden in je Hotjar-account. De trigger die hieraan gekoppeld kan worden is een trigger met All Pages (alle paginaweergaven) zodat Hotjar wordt geactiveerd wanneer een pagina wordt weergegeven. De trigger All Pages is een standaard trigger. Wanneer je je container nu publiceert, heb je Hotjar op je site geactiveerd.
Je kunt de trigger op alle pagina's van je site terug laten komen, maar dit is vaak niet gewenst. Je verzamelt onnodig data en het beïnvloedt de laadsnelheid van je site. Activeer je tools dus alleen daar waar het nodig is.
Wil je Hotjar bijvoorbeeld alleen activeren op je productpagina? Dan voeg je een nieuwe trigger toe:
Meer informatie over welke variabele je selecteert om de trigger te activeren vind je hier. Scroll door naar het kopje 'Pagina's'. In het voorbeeld is gebruik gemaakt van Page URL, welke kijkt naar de volledige URL van de geladen pagina.
Dan kan je met een tool als Hotjar een heatmap maken. Het gros van de instellingen doe je in Hotjar zelf. Je hebt Google Tag Manager alleen nodig om Hotjar toegang te geven tot je website.
Je hebt ook de mogelijkheid om tags toe te voegen die niet standaard ondersteund worden door Google Tag Manager. Een van de bekendste voorbeelden hiervan is de Facebook Pixel. Hier is geen standaard tag voor beschikbaar. Wel heeft Facebook een standaard stukje code die je kan gebruiken om de Facebook Pixel te activeren. Wil je aan de slag met een niet-standaard tag? Kies dan voor een aangepaste HTML en zet hier het stukje code in die je van een tool krijgt.
Het is belangrijk om altijd te testen of je de tags en triggers goed hebt ingesteld. Het testen van de tags en triggers kan je doen met de voorbeeldmodus in Google Tag Manager. Wanneer je Google Tag Manager goed geïnstalleerd hebt op je website krijg je, wanneer voorbeeldmodus aan staat, onderaan je website een pop-up van Google Tag Manager. In deze pop-up krijg je te zien welke tags afgevuurd worden op welk moment. Wanneer je bijvoorbeeld tags hebt ingesteld die getriggerd moeten worden bij een paginaweergave zie je deze al in de pop-up staan.
Er is op het web heel veel te vinden over Google Tag Manager. We hebben een aantal handige linkjes voor je op een rij gezet: